logo
Beleggen als een voetbalcoach – Hans Oudshoorn – SAXO Bank

Beleggen als een voetbalcoach – Hans Oudshoorn – SAXO Bank

Column

Of je nu net begint met beleggen of al routinier op de beurs bent, het is altijd goed om op z’n tijd je beleggingsportefeuille tegen het licht te houden. Daar zijn meerdere manieren voor. Hans Oudshoorn, beleggerstrainer bij Saxo, doet dit graag met een sportieve bril op. Onder het motto ‘Hoe wordt uw effecten-elftal een kampioenskandidaat?’

Sport en beleggen? Je leest het goed, volgens Oudshoorn hebben sporten en beleggen best veel met elkaar gemeen. Zowel bij beleggen als bij sport moet je tijd, toewijding en geld investeren om uiteindelijk te kunnen oogsten. En natuurlijk een beetje geluk hebben. Oudshoorn legt uit: “Bij de opbouw en het onderhoud van een beleggingsportefeuille kan het zinvol zijn te denken als een coach. Bijvoorbeeld een voetbalcoach. Een coach stuurt ook niet tien keepers en één aanvaller het veld in, maar zorgt voor een evenwichtig team. Hetzelfde geldt voor beleggen. Het is belangrijk na te denken over de optimale verdeling van uw vermogen, of het nu op het veld is of in een portefeuille. Een uitdaging voor veel beleggers, want het is geen dagelijkse bezigheid. Hoe doe je het dan toch? Oudshoorn bespreekt de vier onderdelen.

1. Verdeling over assetcategorieën: een passende mix van spelers

Houd het volgens Oudshoorn bij de kracht van eenvoud. “Beperk je voor de eenvoud, naast cash, tot de twee belangrijkste activaklassen, aandelen en obligaties. Deze drie-eenheden kun je op verschillende manieren verdelen.”

Life cycle beleggen: houd de wedstrijdklok in de gaten

De beleggerstrainer legt uit dat je bijvoorbeeld de vuistregel ‘beleg je leeftijd procentueel in obligaties’ kunt inzetten. “Ben je 40 jaar, beleg dan 40% in obligaties. Houd je bijvoorbeeld 5% cash aan, dan blijft er 55% over om in aandelen te beleggen. Denk eraan dat dit een vuistregel is, geen harde regel. Uiteraard hangt de uiteindelijke verdeling over de assetcategorieën van ieders persoonlijke risicoprofiel af. Het risico van de portefeuille verschuift met het verstrijken van de tijd van aandelen (hoger risico) naar obligaties (lager risico). In vaktermen wordt dit ook wel ‘life cycle beleggen’ genoemd.

Oudshoorn vertelt dat het neerkomt op het steeds minder risico met beleggingen nemen is naarmate je dichter bij de doeldatum komt. Denk bijvoorbeeld aan het gebruiken van (de opbrengst van) beleggingen voor het aflossen van de hypotheek, voor het betalen van school- en collegegeld van (klein)kinderen of voor levensonderhoud tijdens je pensioen. “In de praktijk merk ik dat deze vuistregel beleggers naast houvast ook rust biedt. En juist die rust komt het rendement op de lange termijn vaak ten goede.”

Welke analysevorm gebruik je? Analyseren van de spelers

Zodra de contouren van een sterk, gebalanceerd team en de spelregels bekend zijn, is de vraag hoe je de juiste spelers (of dus beleggingen) selecteert. Voordat je besluit een aandeel of obligatie te kopen, is het belangrijk om eerst een analyse te maken om je beslissing te rechtvaardigen. “De bekendste soorten analyse zijn fundamentele en technische analyse, kortweg FA en TA. Fundamentele analyse is het krijgen van kennis van en inzicht in bedrijfstakken en individuele bedrijven. Het geeft antwoord op de vraag ‘Wat moet ik kopen?’. Deze analysevorm, waarbij onder andere gekeken wordt naar solvabiliteit (financiële gezondheid), rentabiliteit (winstgevendheid), groeivooruitzichten en de hoogte van het dividend, is bij uitstek geschikt voor de achterhoede en het middenveld.”

Daarnaast is er de technische analyse, oftewel het bestuderen van koersgrafieken of het maken van statistische koersberekeningen. “Hierbij draait het om de juiste timing en de vraag: ‘Wanneer moet ik (ver)kopen?’ Het meer vluchtige karakter van de voorhoede kan het beste met TA worden getackeld.”

2. Het belang van dividend en coupons: een selectie van ervaren en krachtige spelers

Als een beursgenoteerd bedrijf nettowinst maakt, kan het ervoor kiezen een gedeelte van die nettowinst uit te keren aan de aandeelhouders. Zo’n winstuitkering wordt dividend genoemd en vindt minimaal één keer per jaar plaats. Oudshoorn: “Op de lange termijn wordt het totaalrendement van aandelen (binnen de portefeuille of een index) tot wel 85% bepaald door het dividend. Een belangrijke les is in ieder geval dat het bij beleggen zeker niet alleen om de koerswinst draait.” Hetzelfde geldt voor couponrentes van obligaties. “Overigens geldt hetzelfde voor couponrentes van obligaties. Ook deze geldstromen leveren op de lange termijn een belangrijke bijdrage voor het totaalrendement. Het effect wordt versterkt als de couponrentes opnieuw worden belegd.”

3. Wie speelt waar? De opbouw van een effectief kampioensteam

De spelers en hun rol zijn bekend. Vervolgens is het belangrijk ze op de juiste positie in te zetten om te scoren op de beurs. “Een spaarrekening, zeg cash, zit in de dug-out en staat op doel voor financiële reddingen wanneer je auto of wasmachine het begeeft”, vertelt Oudshoorn. “Een linie vóór cash vinden we bij de verdedigers; relatief veilige obligaties die de volatiliteit van het effectenteam verlagen, maar een financiële bijdrage leveren in de vorm van meestal wat lagere (maar stabielere) rendementen.”

Verder naar voren vinden we middenvelders. “Defensieve middenvelders kun je zien als breed gespreide titels met een focus op sterke merken én dividenden. Het zijn de ervaren spelers binnen het team met een bewezen staat van dienst waar je als coach op kunt vertrouwen.” De meer offensieve middenvelders vergelijkt de beleggingstrainer met thematische en sectorale beleggingen. “Denk daarbij aan spelers binnen groeisectoren als AI, cybersecurity en robotisering, maar ook aan thema’s als duurzaamheid of schaarste van grondstoffen en water. Het zijn de ‘new kids on the block’ binnen de portefeuille die nog een toekomst voor zich hebben, maar vanwege hun beperkte ervaring en onverwachte acties soms een groter risico binnen het elftal vormen.”

Door naar de ‘hangende’ spitsen. Oudshoorn: “Dit zijn individuele aandelen, oftewel je persoonlijke sterspelers. Zijn hebben de positie om te scoren, oftewel de kans op een aantrekkelijk rendement is er. Maar, hoe goed je analyse ook is geweest, ze hebben vaak een groter risico om geblesseerd te raken; meer volatiliteit, scherpere daling. “En tot slot hebben we nog de centrumspitsen en flankspelers. “Dit zijn opties die, bij slim gebruik, tot extra rendement kunnen zorgen. Zo kan het schrijven van ‘call opties’ – op een individueel aandeel of een index rond een weerstandsniveau (hier komt TA om de hoek kijken) – extra inkomsten op een portefeuille genereren.”

4. Monitoren en heroverwegen: zet wisselspelers tijdig in

Door het te beleggen vermogen over verschillende beleggingscategorieën te spreiden, kun je de portefeuille laten aansluiten bij de mate waarin je risico accepteert. Dit wordt het risicoprofiel genoemd. Oudshoorn stelt dat elke belegger, ongeacht het profiel, hoe dan ook met koersfluctuaties op de beurs te maken krijgt. “En dalingen – noem ze tegendoelpunten – maken daar onderdeel van uit. Hoe goed je ook spreidt, het is niet zo dat een beleggingsportefeuille het altijd goed doet. Wel is het zo dat een offensieve portefeuille meer meebeweegt met de aandelenmarkten dan een defensieve portefeuille.”

Hoe je je (aandelen)risico van tafel haalt? De beleggingstrainer legt het uit aan de hand van een voorbeeld: “Begin je als dertiger met een offensieve portefeuille en zak je in de tijd, naarmate je beleggingshorizon korter wordt, af naar de neutrale en uiteindelijk defensieve portefeuille, dan lukt dit. Aangezien je met een defensief profiel nog altijd aandelenexposure hebt, blijf je gedeeltelijk gevoelig voor koersdalingen.” Op de vraag hoe dit zit wanneer je 60 jaar of ouder bent, antwoordt Oudshoorn: “Heb je je huis (voor een groot deel) afbetaald, een goed inkomen en geen wild uitgavenpatroon, dan kun je, als je wil, best wat meer risico met een neutraal of zelfs offensief profiel nemen.”

Een punt van aandacht hierbij blijkt herwegen te zijn. Portefeuilles kennen vaak een vertrekpositie voor de wegingen van de verschillende beleggingscategorieën, maar wat als de aandelenmarkten flink stijgen? “Dan krijg je met scheefgroei te maken, oftewel het gewicht van aandelen binnen een portefeuille neemt (behoorlijk) toe”, aldus Oudshoorn. “Nu is een kleine ‘gewichtstoename’ niet erg, tenzij je een defensieve belegger bent en de aandelenweging is van bijvoorbeeld 30% naar 50% opgelopen. In zo’n situatie is het zinvol het aandelenrisico af te bouwen en het vrijkomende vermogen uit te smeren over de categorieën waarvan de wegingen zijn gezakt (lees: obligaties). Vergeet niet, ook een voetbalcoach wisselt soms een of meerdere aanvallers voor verdedigers om een voorsprong over de finish te trekken. Kortom, bekijk minstens elk kwartaal even je portefeuille om te zien hoe het met de wegingen staat, stuur bij en wissel eventueel waar nodig.”

Samenvatting: beleggen als voetbalcoach

Voor het opbouwen en onderhouden van een portefeuille heeft Oudshoorn de metafoor van voetbalcoach gebruikt. Het verhaal van de beleggingstrainer in een notendop: “Net als op het veld geldt op de beurs net zo goed dat je alle linies moet bezetten om te scoren en om uiteindelijk met winst het veld af te stappen. Gebruik voor de selectie van spelers voor de achterhoede en het middenveld een fundamentele analyse, denk bij de voorhoede aan een technische analyse. Onderschat het belang van dividenden en coupons niet, wissel tussentijds – indien nodig – bij grote koersuitslagen en verminder de aandelenblootstelling naarmate je beleggingshorizon korter wordt. Of je nu beginnend of een ervaren belegger bent en ongeacht hoe je in de wedstrijd zit, deze 4 tips van de coach geven duidelijke handvatten voor de opbouw en het onderhoud van je beleggingsportefeuille. Succes op de beurs!”